Keytoe_logo_wit_kleinCreated with Sketch.
MENU

De tragiek van Epson

Keytoe15 augustus 2014Gemiddelde leestijd: 2 minuten

Hallo. Ik ben Epson. Epson Braafheid is mijn volledige naam. Ik ben voormalig profvoetballer van onder andere FC Twente en Bayern München. Sinds 2007 ben ik printer. Professioneel printer wel te verstaan.

Ik was een succesvol printer. Ik werd geroemd van Roemeense zigeunervrouwen zonder benen in een kleermakerszit, tot op Vietnamese zwarte markten, waar ik (omgerekend) voor ongeveer vijftien eurocent over de geïmproviseerde toonbank van bamboe en harde tijgerkak werd geschoven.

Als je mijn lijdensweg vol beproevingen hebt doorstaan, is het niet gek als je getekend bent. Ik ben getekend. In de prelude van mijn tweede carriere ging alles voorspoedig. Ik werd overstelpt met complimenten. Mijn werktuig was papier van de bovenste lade. Prachtig wit, glanzend papier. De glanzende toplaag, die mijn binnenste betastte. Het was erotisch. Zorgzame eigenaars, die je voeden met de hoogste kwaliteit inkt. De voorraadkast was gevuld met witte, klikbare blokken. Blokken waarvan het omhulsel intern was doordrenkt in het schriftelixer. Als ik honger had, werd ik gevoed.

2

December 2010. Een dag die gehouwen staat in de mythologische kronieken der tragiek. Ik had honger. Mijn enige wens was printen. Ik stuurde mijn eigenaar een bericht via zijn Windows XP machine. “Inktjet vervangen”, zoals ik al talloze keren had verstuurd.

Een vernietigende zucht werd geslaakt. Een vragenvuur in de vorm van een helse tirade. Waarom ik alweer honger had. Waarom ik niet gewoon werkte. Waarom ik alweer inkt van dertig euro nodig had. Waarom ik zo’n kutding was. Hij pakte z’n jas, vertrok en liet mij hongerig en bijna bedelend achter. Ik riep nog. Ik liet zien dat ik nog steeds capabel was. Maar de pagina’s waren vervaagd. De letters groen. Soms zelfs geel of blauw.

’s Avonds kwam hij thuis. Hing zijn jas op. nam zijn laptop uit zijn heuptas en zat zwijgzaam aan de eettafel. Ik keek aandachtig en angstig. Maar die emoties transformeerden in een ongecontroleerde woede toen hij zijn documenten uit diezelfde heuptas pakte. Glanzend papier met oogstrelende inkt in de vorm van schrift. Het was geprint. Zou het? Zou hij een ander hebben? Waar is hij geweest?

Ik probeerde te communiceren, maar verder dan “Inktjet vervangen” kwam ik niet. Verstompt en verzand in woede zat ik op het gammel gemonteerde plankje onder het Ikea bureaublad. De PC naast me blaast zijn hitte tegen mijn koude omhulsel. Hij lacht me uit. Was mijn -eens zo zorgzame- eigenaar niet meer in staat om tien minuten naar de Dixons te fietsen om noodzakelijk inkt bij elkaar te zoeken om mij te onderhouden?

De dag erna werd ik in volledige rouw gedompeld. Er kwam een man aan de deur. In een geel met rood shirt. En een pet. Een domme pet. Een enorme doos op een steekwagentje. “Was wel even lastig met die trap optillen hoor”, zei hij lachend tegen mijn ventje. Het was de substitutie voor mijn arbeid. Een glanzend wit apparaat met LCD display. In staat om te communiceren. In staat om te printen. Dertig pagina’s per minuut. Kuthoer.

Maanden en jaren aan stof vervolgden hun werk in hen tijd op mijn bovenste. Ik lijd elke dag nog net zo erg als de eerste. Als ik traanbuizen had, zou ik wenen. Op zoek naar verlossing in de eeuwige diepte van de tweedehandsmarkt, terwijl ik gratis ben.

Wie is mijn verlossing?